Een triatlon bestaat uit drie sporten: zwemmen, fietsen en lopen. Dit betekent ook dat als aan een triatlon wordt deelgenomen, voor drie onderdelen materialen en kleding moet worden meegenomen. Iets vergeten, is dan snel gebeurd. Vandaar dat hier nog even op een rijtje wordt gezet wat je allemaal mee moet nemen als je aan een triatlon deelneemt. Want het is natuurlijk zonde om de uren voorbereiding op de wedstrijd teniet te zien gaan, doordat je iets essentieels vergeten bent en daardoor voortijdig je triatlon moet beëindigen.

Het klinkt misschien vreemd, maar juist ervaren triatleten nemen over het algemeen minder kleding mee naar een wedstrijd dan de recreatieve triatleet. Toch is dat ook weer niet zo vreemd, aangezien de ervaren atleet al geïnvesteerd heeft in triatlonspecifieke kleding zoals een wetsuit, zwembroek met tri-topje of een triathlonpakje (trisuit) waarin de hele wedstrijd wordt afgewerkt. Omkleden is dan dus niet meer nodig. De beginnende of recreatieve triatleet beschikt meestal niet over deze kleding. Dat hoeft ook niet, want met een zwembroek of badpak, een sportbroekje en een t-shirt kom je ook al een heel eind.

Vergeet ook niet: NTB-licentie als je lid bent, of legitimatiebewijs !!

Zwemmen

Voor het zwemmen heb je eigenlijk alleen een zwembroek of badpak nodig en is een zwembrilletje aan te raden. Een badmuts is niet altijd noodzakelijk - meestal krijg je er wel één door de organisatie uitgereikt -, maar als het water erg koud is kan een extra badmuts zeer prettig zijn. De meeste warmte verlies je namelijk via het hoofd. Voor wie vaker van plan is een triatlon te doen, valt de aanschaf van een triathlon wetsuit te overwegen. Dit zorgt niet alleen voor het nodige drijfvermogen, waardoor je sneller gaat zwemmen (!), maar beschermt je ook tegen het vaak koude Nederlandse zwemwater.

Let wel op de watertemperatuur van het water (wordt gecommuniceerd door de organisatie). Is de temperatuur te laag (vaak rond 12 graden) dan is een wetsuit verplicht. Komt de temperatuur weer te hoog (22-24 graden, afhankelijk van de organisatie) dan is een wetsuit weer verboden (en dan ook meteen het gebruik van compressie tubes) bij het zwemmen. 

Tot slot is het raadzaam om bij je fiets in de wisselzone een handdoekje neer te leggen. Daarmee kan je je snel een beetje afdrogen of je voeten even schoonvegen voordat je in je (wielren)schoenen stapt.

Fietsen

Voor het fietsen mag je uiteraard je fiets niet vergeten. Maar denk daarbij ook aan de spullen die je op je fiets mee moet nemen zoals een bidon met wat drinken, een fietspomp, reservebandjes, bandenlichters en plakspullen. Die laatste vier items zijn niet onbelangrijk, want je mag tijdens een triatlon immers geen hulp van buitenaf aannemen. Als je dus een lekke band krijgt, dan moet je deze zelf verwisselen of plakken.

Wat je ook beslist niet mag vergeten is een helm. Het dragen van een goedgekeurde helm is namelijk verplicht tijdens triatlons. In sommige gevallen beschikken triathlonorganisaties over een aantal helmen die voor de wedstrijd geleend kunnen worden, maar informeer vooraf altijd bij de organisatie of dit inderdaad zo is om teleurstellingen te voorkomen. Het dragen van een zonnebril of sportbril is ook verstandig. Deze beschermt de ogen niet alleen tegen felle zon, maar ook tegen vuil en vliegjes.

Bij de eerste wissel (T1 genoemd) ben je verplicht om direct nadat je jouw wetsuit hebt uitgetrokken om de helm op te zetten. 

Wat betreft de kledingkeuze is iedereen vrij om te dragen wat hij of zij wil. Een t-shirt, hemdje, wielershirt, wielerbroek of een sportbroekje. Het kan allemaal. De keuze wordt bepaald door zaken als het weer, draagcomfort of een snelle wissel. Bij kouder weer kan het verstandig zijn een wielershirt of een sportjack klaar te leggen, een lange broek is eigenlijk nooit nodig.

Als je dat prettig fietsen vindt kan je ook sokken of wielerhandschoenen aantrekken, maar realiseer je dat het ten koste gaat van je eindtijd, maar als finishen jouw belangrijkste doel is dan zou ik het zeker niet nalaten. Dat geldt ook wat de schoenkeuze betreft. Hardloopschoenen fietsen misschien wat ongemakkelijker dan wielerschoenen, maar besparen je ook weer tijd in de wissel van het fietsen naar het lopen. Je hoeft na het fietsen immers niet van schoenen te wisselen.

Sommige triathleten hebben voor het fietsgedeelte een tijdritfiets. Dit is zeker geen must.. een racefiets voldoet prima. Eventueel kun je deze 'oppimpen' door middel van een opzet stuurtje waardoor je wel in een 'tijdrit houding' kunt zitten. 

Hardlopen

Voor het looponderdeel kan het soms verstandig zijn een paar sokken klaar te leggen om blaarvorming op je voeten tijdens het lopen te voorkomen, zeker als je niet gewend bent om zonder sokken in je hardloopschoenen te lopen. Als je al voor het fietsen sokken hebt aangetrokken is dit natuurlijk niet meer nodig. Een schoenlepel kan helpen je hardloopschoenen snel aan te krijgen. Triathleten gebruiken ook elastische veters in hun schoenen zodat er geen veters meer gestrikt hoeven te worden. 

Als je daar behoefte aan hebt kan je na het fietsen droge kleren aantrekken. Meestal is dat echter niet nodig. Alleen wanneer je met een wielerbroek aan hebt gefietst, is het prettig om een sportbroekje aan te trekken. Met een dikke zweem tussen je benen loopt niet echt comfortabel. Een petje of zweetband neemt het zweet van je gezicht op. Een petje beschermt bovendien tegen de zon.

Zoals gezegd.. om sneller te kunnen wisselen kun je natuurlijk je normale veters verwisselen voor elastische veters.  Deze zorgen ervoor dat je snel in je schoenen kunt stappen en voor een gelijkmatige druk op de voet.

En de rest?

Ben je lid van de Nederlandse Triathlon Bond: licentie niet vergeten. Heb je je van tevoren al ingeschreven: programmaboekje of inschrijfbewijs meenemen.

Altijd handig tijdens een triatlon is een startnummerbelt, waaraan je je startnummer kunt bevestigen. Je krijgt vaak maar één startnummer dat je tijdens het fietsen op je rug en tijdens het lopen op de borst moet dragen. Met een nummerband kan je dat in één handomdraai doen. Neem voor alle zekerheid ook eigen veiligheidsspelden mee om het startnummer te bevestigen. Lang niet alle organisaties verstrekken deze. Ze kunnen bovendien van pas komen als er iets kapot is aan je kleding.

Om je eigen tijden of je hartslag in de gaten te houden kan je een (sport)horloge of hartslagmeter tijdens de triatlon omdoen. Let er echter wel op dat deze waterdicht is.

Verder is een BodyGlide de vaste metgezel van elke triatleet. Door dit op plekken te smeren waar veel wrijving ontstaat (bijvoorbeeld in de nek bij het dragen van een wetsuit, op de dijen als in zwembroek of badpak wordt gefietst of onder de oksels) kan irritatie voorkomen worden. Een beetje vaseline boven de ogen zorgt er bovendien voor dat er geen zweet in je ogen komt.

Voor mensen met een gevoelige huid kan het verstandig zijn zich in te smeren met zonnebrand. Tijdens een zonovergoten triatlon en met weinig kleding aan verbrand je namelijk snel.

Tot slot moet je natuurlijk de kleding die je voor of na de triatlon aan wilt trekken niet vergeten, zoals een trainingspak, een droog T-shirt een sweater of badslippers. Andere handige zaken zijn een paar baddoeken, toiletartikelen en toiletpapier (bij grote internationale wedstrijden). Je zult verbaasd over zijn hoe schaars dat laatste item wordt naarmate het startschot nadert.

Bron: www.triathlonbond.nl