Wladimiro Panizza had even geen oog voor de grazige bergweiden, de beek die snel door het dal stroomt, de knoestige en kromgegroeide sparren langs de weg en het uitzicht op 2189 meter, als alle haarspeldbochten in één oogopslag te zien zijn. De Italiaan verloor daar definitief de Giro van 1980 en zag alleen maar zwarte sneeuw.
In de afdaling van de Stelvio kwam Hinault bij zijn ploegmaat Jean-Réné Bernaudeau, die een reputatie als daler had. In de afzink naar Bormio reed Bernaudeau volgens Hinault als een bezetene: ‘Hij gebruikte in de tunnels niet eens zijn remmen, de gek!’ Ze wonnen minuten. Het leverde Bernaudeau de etappeoverwinning op, Hinault zijn eerste van drie Girozeges. Werd de weg over de Stelvio honderd jaar geleden nog door sneeuwscheppers (van vlees en bloed) berijdbaar gehouden, sinds 1959 is de bergpas dicht van eind oktober tot begin mei. En zelfs dan komt het voor dat de Stelvio door zware sneeuwval (of slecht weer) alsnog uit het Giro-schema wordt gehaald, zoals in 1988, 1991 en 2013. In 1984 gebeurde dat ook, maar toen speelde er andere zaken een rol. De Italianen waren doodsbang dat er weer een Fransman de Giro ging winnen en schrapten de beklimming, officieel omdat de Stelvio onbegaanbaar was door sneeuw.
Met foto’s van de top waar amper sneeuw lag toonde Fignon aan dat dit onzin was. De Italianen wilden gewoon niet dat hij, een goede klimmer, lieveling Francesco Moser op een onoverbrugbare achterstand zette. De organisatie was niet te vermurwen en in de tijdrit enige dagen later won Moser de Giro. In de eindrangschikking had hij ruim een minuut voorsprong op Laurent Fignon. Het opnemen van de mythische berg in het parkoers van de Ronde van Italië blijft een risico vanwege de hoogte en sneeuwval in de lente. Maar áls de Passo dello Stelvio door de profs beklommen wordt, is het altijd een memorabele dag, net zoals dat het is voor de dappere amateurs en liefhebbers die de beklimming aandurven. ‘De hoogste zegening voor een toerfietser’ noemde een vriend het eens. (Hij was erg goed getraind, dat moet ik er wel bij zeggen.) - Wiep Idzenga